woensdag 29 september 2010

Stelling 3 week 4

Voor marketingcommunicatie en reclame is een afhankelijke / geïntegreerde conceptaanpak effectiever dan een autonome / transmediale aanpak.

Wij zijn het hier niet mee eens, want in de praktijk worden beide aanpakken gebruikt. Omdat beide vormen heel dicht bij elkaar liggen en door elkaar lopen. Alhoewel deze vormen zeer divers van aard zijn en voor verschillende communicatiedoelstellingen worden ingezet, zijn de speerpunten (storytelling,mediumspecifiteit,usability, relevantie en cocreatie) voor beide vormen hetzelfde. Alleen zijn de basisrelaties anders, want bij het transmediale concept gaat het vooral op het symbolische en bij het geintegreerde concept wordt vooral gekenmerkt door indexicale relaties.

woensdag 22 september 2010

Stelling 2/ werkcollege 3

'Transmediale storytelling en de mogelijkheid om hier een brede varieteit van entry points aan te bieden dragen bij aan de inzetbaarheid van een crossmediaal concept'.

Ik ben het hiermee eens, want doormiddel van een transmediale storytelling kan een crossmediaal concept goed inzetbaar zijn. Maar het storytelling moet wel entertainment en interessant zijn voor de consument om het te volgen, want uiteindelijk willen ze verrast worden doot de dingen die 'ongewoon' en tegelijkertijd entertainment zijn. En doordat je verschillende media gebruikt komen extra veel mensen in aanraking met het product en kan er zelfs een grotere doelgroep worden gevormd. Je creeert als het ware ingangen die mensen makkelijker naar jouw product leiden.

Samenvatting Hfst. 2 door Amal Elouali

Samenvatting Hfst 2 Amal Elouali

Samenvatting hfst 2. Cashmira

Crossmedia concepting

Samenvatting hoofdstuk 2

2.1 Een sterk concept
Voor een sterk crossmediaal concept staat natuurlijk op de eerste plaats de consument. Er zijn richtlijnen om een sterkt crossmediaal concept te ontwikkelen. Hierbij spelen 5 elementen een belangrijke rol:
- Storrytelling: eenvoudig en heldere vertelstructuur, transparante content, heldere herkenbare betekenis, waardoor een groot deel van de doelgroep wordt aangesproken.
- Mediumspecifiteit: de specifieke eigenschappen van de ingezette media worden optimaal gebruikt en vullen elkaars gebreken aan.
- Usability: effectief en efficiënt
- Relevantie: bij idols wordt de mensen gemotiveerd te bellen/smsen
- Cocreatie: de kijkers worden aangespoord mee te denken dmv stemmen. Ook online kunnen zij actief deelnemen
2.1.2 Storytelling
Verhalen vertellen is zo oud als de mensheid. Eerste werden verhalen mondeling verteld, na uitvinding van de boekdrukkunst ontstond de schriftelijke vertellingen, waarvan het niet langer essentieel was dat ze woord voor woord onthouden werden.
Tegenwoordig is alles mogelijk, tussen mondeling en schriftelijke verhalen, zit een heel scale aan tussenvormen bijv. audioboeken en powerpoint presentaties. De verhalen zijn ook erg veranderd, vroeger verhalen alleen over mensen die iets bijzonders hadden meegemaakt, nu zijn gewone mensen ook populair (man bijt hond).
Storrytelling is het op de markt brengen van merken die een bepaald gemeenschappelijk gedachtegoed vertegenwoordigen. Ook is het een krachtig middel om een bepaald gedachtegoed te koppelen aan een merk of concept dat je op de merkt brengt. Binnen het gedachtegoed komen visies, houdingen, overtuigingen, motivaties, wereldbeelden terug die voor de consument betekenis hebben en beleving oproepen.
Storrytellining op verschillende manieren gebruikt:
- Impliciete storytelling: het triggert een visuele voorstelling of een object bij mensen een verhaal dat ze met hun eigen fantasie invullen
- Expliciete storrytelling: een menselijke factor wordt ingezet, verhoogt de beleving, zeker als er sprake is van interactie met de bezoeker
Beide vormen kunnen als belevingsinstrument ingezet worden, bezoeker wordt geactiveerd in het gebruiken van zijn eigen verbeeldingskracht, waardoor de beleving weer versterkt wordt.
Vertelstructuren. Consumenten gebruiken de nieuwe en oude media naast en door elkaar. Het is essentieel om nieuwe en oude mediakanalen en –platformen te combineren. Hiervoor is de kennis over narratieve structuur noodzakelijk.
Verhalende elementen, zoals de verhaallijn, personages en gebeurtenissen, vormen de formele bouwstenen van een verhaal of concept. Ze maken deel uit van keten van gebeurtenissen in een oorzaak-gevolgrelatie die plaatsvindt in tijd en ruimte.
Een discussiepunt: In hoeverre kan een vertelstructuur gepaard gaan met interactiviteit?

De twee verteltechnieken die het meest voorkomen:
De canonieke verhaalstructuur
Vertelstructuur uiteengezet in twee lagen:
- Het getoonde, datgene wat de maker aan de lezer/gebruiker/kijker laat zien en horen (de plot)
- En het verhaal dat de lezer/gebruiker/kijker met behulp van het getoonde zelf construeert (de story)
De constructie van het verhaal wordt beïnvloed door vertelschema´s. De consument plaatst het getoonde vervolgens in het overkoepelende verhaal dat geconstrueerd wordt naarmate er informatie bij komt. De canonieke verhaalstructuur streeft naar eenduidigheid. Alle elementen zijn functioneel, ze maken een bepaalde vertelstructuur zo duidelijk en cohert mogelijk. Het voordeel van een canonieke verhaalstructuur is dat deze door vaste patronen herkenbaar is voor de doelgroep. Het nadeel van een canonieke verhaalstructuur is echter dat deze weinig houvast biedt voor interactieve media, waar de input van de gebruiker een belangrijke rol speelt.
Narratieve complexiteit. Het crossmedia concept waarin de consumenten centraal staan en waarin ze een actieve rol spelen, is gebaseerd op deze complexe narratieve strategie.
Complexe vertelstructuren zijn een soort puzzel die opgelost moeten worden. Naarmate er meer stukje worden ingevuld, wordt de inhoud transparanter. De consumenten willen het verhaal graag doorgronden maar willen tegelijkertijd ook verrast worden.
Transmediale storytelling: een verhaal dat zich via verschillende media ontvouwt en waarbij ieder aspect iets toevoegt aan het geheel. Er zijn verschillende kenmerken voor transmediale storytelling. Bij transmediale storytelling gaat het erom dat er op het meest fundamentele niveau verhalen worden verteld over meerder media. Er komen steeds meer nieuwe media bij, met elk hun eigen systeemeisen. Er is ook een economische noodzaak om de productiekosten zo laag mogelijk te houden. Een van de manieren om dit voor elkaar te krijgen is om content of verhalen met elkaar te delen.
Door verschillende en vooral interactieve media binnen het platform in te zetten, waarmee ook consumenten zelf verhalen kunnen genereren, blijven verhalen niet langer lineair van structuur, maar worden ze exponentieel.
Net als vroeger nog steeds verhalen verteld alleen is nu de consument een deelgenoot van het verhaal. Daardoor krijgt het verhaal een andere dimensie.
De meerwaarde van authenticiteit. Het bieden van ruimte voor interactie en eigen inbreng van de bezoeker zijn niet de enige succesfactoren voor het belevingsvol toepassen van storytelling. De belevingswaarde wordt nog sterker als er een bepaalde mate van transparantie, authenticiteit of identificatiemogelijkheid. Authenticiteit houdt in dat waargebeurde verhalen of verhalen met geloofwaardige, oprechte emoties eerder een memorabele beleving teweegbrengen. Het cruciale onderdeel sociale authenticiteit komt voort uit het feit dat klanten de kans krijgen om mee te bouwen aan jou zaak. Als ze zelf iets maken/invloed hebben, beschouwen ze je merk als echt.
Wanneer de bezoeker zich kan identificeren met wat er in een verhaal wordt verteld, wordt de beleving persoonlijker en dus betekenisvol. Uit onderzoek blijkt dat storytelling een belangrijke rol speelt bij de mate waarin iets onthouden wordt. Een goed vb. van een filmcyclus waarin authenticiteit een belangrijke rol speelt is de Matrix-trilogie.


2.1.2 Mediumspecifiteit
Een gedegen en efficiënt crossmediaal concept hout rekening met datgene wat een medium onderscheidt van andere media: de mediumspecifiteit. De mediumspecifiteit heeft ook een emotionele betekenis, niet alleen technisch. Om verschillende media optimaal re kunnen gebruiken, moet je over de grenzen van de verschillende media heen denken: mediumneutraal. Veel adverteerders houden geen rekening met het medium waarop ze adverteren en een ontwerp niet kunnen doorvertalen naar de specifieke kwaliteiten van een bepaald medium.
Je kunt je doel het beste bereiken door goed te combineren met doelgroepafhankelijke media. Te veel gebruikt van media kan een media-explosie tot gevolg hebben.
2.1.3 Usability
Belangrijk voor het slagen van een crossmedia concept is dat de ingezette media niet alleen aansluiten bij de doelgroep, maar ook op een gebruikersvriendelijke manier ´georkestreerd´ worden. Het opbouwen van een langetermijnband met je consument si een speerpunt binnen je strategie.
Met usability van een crossmediaconcept wordt de mate bedoeld waarin gebruikers in een bepaalde gebruikersomgeving een product kunnen gebruiken om hun doelen te bereiken.
De usability komt bijv. van pas wanneer je mensen van een artikel in een tijdschrift wilt laten overstappen naar een discussie op het internet. Om je strategie naar tevredenheid vorm te geven en een zo groot mogelijke usability te creëren, moet je rekening houden met de mate van empowerment, de timing en de tijdsduur van de actie en de toegankelijkheid van je platform.
2.1.4 Relevantie
Een beleving hangt af van de perceptie van zintuiglijke waarnemingen van het concept en dit is weer afhankelijk van het gebruikte medium. De beste manier om belevings- en ervaringskwaliteiten te bergijpen, doorgronden en leren kennen is door deze zelf te ondergaan.
Bij traditionele communicatiestrategieën wordt er nog veel gedacht in termen van bereikt: hoe groter het bereik, hoe beter. Relevantie is als het ware de mate waarin de dialoog de juiste boodschap bevat, op het juiste moment via het juiste middel. Aangevuld met emotie ontstaat een juiste synthese. Het gaat niet om de hoeveelheid kanalen maar om de juiste kanalen.
2.1.5 Cocreatie
Cocreatie is onderdeel van een nieuwe stroming die wel samengevat wordt met de term ´open innovatie´. Prahalad en Ramaswamy, noemen vier bouwstenen voor cocreatie:
- Dialoog
- Toegankelijkheid
- Risicoanalyse
- Transparantie
Volgens Prahalad en Ramaswamy zijn vele facetten van de bedrijfswereld veranderd door:
- Deregulering
- Nieuwe markten
- Nieuwe vormen van regelgeving
- De convergentie van technologieën en industrieën
- De alomtegenwoordige connectiviteit
Deze factoren hebben de aard van consumenten en bedrijven veranderd en doen dat nog steeds. De waarde wordt gecreëerd in de wisselwerking tussen firma en consument.
Casus: Kijk Dit Nou!
Casus: Fight Club
2.2 Checklist
Mediakeuzes. Bij de ontwikkeling van een concept moet je op een gegeven moment bepalen welke media je wanneer en in welke combinaties gaat gebruiken. Je moet over de grenzen van de verschillende media heen, dus mediumneutral denken. Vragen over het volgende kunnen helpen:
- De doelgroep
- Doelstelling
- Content

2.2.3 Effectieve manieren van info voorziening
Bij een goede aanpak rekening houden met de volgende kenmerken:
- Het internet (de aanwezigheid van een website binnen het crossmediaconcept
- Makers moeten weloverwegen keuzes maken op het gebied van de content die ze verspreiden over het ene medium (druk) en over het andere (internet).
- Laat het concept niet weken voortduren. Bij een korte, krachtige periode heb je het meeste effect.
- Als bedenker van een format moet je beslissen of een bepaald medium meer motivatie behoeft om tot actie over te gaan en of er meer info nodig is hoe actie te ondernemen.

De info moet zo gebruiksvriendelijk mogelijk worden aangeboden, zodat de drempel om van het ene naar het andere medium over te stappen zo laag mogelijk is.

Cashmira Hoogenraad
09021647
Co2-a

Samenvatting hfst 1. Cashmira

Crossmedia concepting

Samenvatting hoofdstuk 1

1.1 Het pre-crossmediale tijdperk
Nu wordt je van allerlei kanten benaderd door crossmediale middelen. Is crossmedia echt een nieuw fenomeen of is het zo oud als de eerste grotten?
1.1.1 Dialoog
Meest ideale vorm van communiceren is een-op-een communicatie, een menselijk ontmoeting. Voordeel volgens Socrates -> het dialoog gaat twee kanten op. Is iets onduidelijk kan het gevraagd worden. De gesprekspartner moeten een band hebben om een goed gesprek te kunne voeren. Minder ideaal zijn het: geschreven woord en massacommunicatie (ontmoeting blijft uit, fysieke afstand). Alle nieuwe media en communicatiekanalen hebben de manier veranderd waarop bedrijven kunnen communiceren met hun doelgroep(en). Communicatie is nu minder afhankelijk van tijd en locatie. Het lijkt erop dat wij met de nieuwste technieken steeds dichterbij de ideale vorm van communiceren komen en een dialoog kunnen stimuleren. Het oude communicatie model geldt nog steeds -> alleen in een andere context plaatsen. Ontwikkelingen binnen de nieuwe media zorgen ervoor dat de term massamedia een andere invulling krijgt. Eerst one-to-many nu many-to-many. Bijv. bolgs -> voor meerdere ontvangers bedoeld. De manier waarop de consument aan bijv. info komt veranderd, de inhoud medium bijna niet.
1.1.2 Combi’s van verschillende media
Media worden om diverse reden met elkaar gecombineerd bijv. om een specifieke boodschap te versterken (bijv. reclame poster die verwijzen naar een film). Filmwetenschapper Bosma -> het gebruik van diverse media, genres en producten is niet nieuw, maar de ongekende schaal waarop dit gebeurd wel. Bijv. Hollywood films.
Traditionele mediamix -> het combineren van verschillende media. Een mediamix laat zien in welke mate bij een campagne worden ingezet om de doelstellingen te behalen. Belangrijk onderdeel van een marketing communicatiestrategie.
Web 1.0 -> statische internet, rond 2000 een geaccepteerd medium. Naast complete websites ook banners en tekstlinks opgenomen in de mediamix. Het medium nog in de verkenningsfase dus van crossmedia nog geen sprake.
1.1.3 Een vervaging van de media grenzen
In 1983 voorspelde Ithiel Sola Pool dat de grenzen van de media zouden vervagen. De verschillende media worden gebruikt voor verschillende doelen en omgekeerd. Er werd ook gesteld dat de wereld door de komst van internet was veranderd en dat dit een enorme invloed kon hebben op het bedrijfsleven. Ze verwachtte dat bedrijven gebruik wilde gaan maken van bottom-up strategieën waarbij interactie met de consument een centrale rol speelt. Om hun imago te verbeteren en om meer klanten te trekken + binden -> leren ze verschillende kanalen te gebruiken. Consumenten leren -> hoe verschillende media vormen te gebruiken en verschillende infostromen te controleren en om te communiceren met andere.
Het dynamisch internet -> eerst internet puur voor info versteking (erg statisch), nu erg dynamisch dankzij de grote markt van interactiviteit en de mogelijkheid voor de gebruiker om toepassingen aan te passen aan eigen wensen en eisen (web 2.0). info ontvangen en geven. Veel gebruik van internet toonde aan dat de nieuwe media veel machtiger was dan verwacht door de klassieke media gezien als concurrentie/bedreiging. Nu ziet men de toegevoegde waarde van internet en die kansen die het biedt. Door de mis van diverse media, werden nieuwe doelgroepen aangeboord, andere inkomsten gegenereerd en uiteraard nieuwe kansen gecreëerd.

1.2 De term crossmedia
Empowerment -> de gebruiker heeft de macht in de media zelf in handen. Begrijp crossmedia heeft verschillende visies en interpretaties. In dit boek: crossmedia het begrip verwijst naar de veranderde relatie tussen het publiek en de maker, de consument en de producent, waarbij crossmedia een middel is om deze nieuwe relatievormen te bewerkstelligen.
1.2.1 De technische visie op crossmedia.
In verschillende sectoren valt crossmedia samen met innovatie en techniek. Het verspreiden van dezelfde content over verschillende kanalen -> multichanneling.
1.2.2 De marktvisie op crossmedia
Het inzetten van verschillende media is niet per definitie crossmediaal. Als media zó worden ingezet dat hun specifieke mogelijkheden te volle worden benut én waarbij de doelgroep ruimte heeft tot participeren, dan kan je dat crossmediaal noemen. Daar merkbeleving wordt getracht de identificatie van het product door de consument naar een hoger niveau te brengen waarbij het merk door de herbeleving constant in een nieuwe context geplaatst wordt.
1.2.3 Definities van crossmedia
Crossmedia sector definieert crossmedia als volgt -> de crossmedia sector is de sector die producten en diensten levert op het gebied van beeld, geluid en data met gebruiksmaken van radio, tv, internet, mobiele apparaten, print en events in een cross-sectoraal verband. Bij crossmedia communicatie zijn alle boodschappen en instrumenten zodanig op elkaar afgestemd dat ze elkaar aanvullen en versterken. Om een campagne succesvol te maken, moet je zorgen dat deze wordt gezien/gehoord, onthouden, goed gewaardeerd en begrepen.
Crossmedia in dit boek. Crossmedia is een middel tot nee groter doel. Bij de ontwikkeling van een strategie is het van groot belang om storytelling, usability, cocreatie, mediumspecificiteit en relevantie in acht te nemen.

1.3 Crossmedia en concepting.
Concepting -> het proces van het zoeken naar een gemeenschappelijke gedachtegoed tot het vaststellen en uitdagen daarvan. Er zijn wel enkelen verschillen tussen crossmedia en concepting. Ook emotionele behoefte als uitgangspunt levert ook merkbeleving, product kan onderdeel vormen van het te communiceren en concept, het crossmediaconcept is een halffabricaat.
1.3.1 Remendatie van ideevorming
Veel ideeën lijken origineel maar ze zijn vaak gebaseerd op dingen die er om je heen afspelen, wat je ziet, doet, hoort enz. Spreekt mensen aan, dan zie je wat ze bezig houdt en zo krijg je nieuwe invalshoeken. Dus remendatie -> adaptatie van andere ideeën.
1.3.2 Het creatief strategisch ontwerp
Een concept is pas goed als het een affectieve reactie oproept bij de consument, zodat deze het overneemt en er zelf mee aan de slag gaat. Het moet ook aanzetting tot een actieve deelnamen van consumenten. De consumenten zorgen er vervolgens voor dat het concept zich verder ontwikkeld en veel groter wordt. Je kunt als maker direct anticiperen op de ontstane behoefte binnen je doelgroep, zonder dat je van te voren zelf behoefte moet creëren.
1.3.3 Concept, visie en missie
Het concept ontwikkeld zich vanuit een bepaalde missie en visie waarna er een passende strategie wordt bedacht om het concept daadwerkelijk vorm te geven. De missie zegt wat de organisatie wil zijn of ‘waar we voor gaan’. Een visie is een persoonlijke consistente blijk op de toekomst en geeft de gewenste situatie aan. Zonder een missie, visie en strategie is het praktisch onmogelijk om binnen een organisatie een duidelijk concept neer te zetten. De missie behelst wat je wilt bereiken in het hele proces. De visie bepaald de manier waarop.
Een concept ontwikkelen. Is crossmedia strategie bepaald -> start ontwikkeling concept. Missie en visie zijn de uitgangspunten. Volgende stap is vaak het afbakenen van de doelgroep.
De boodschap (het feitelijke verhaal) moet de doelgroep interesseren anders zal het concept geen of weinig effect hebben. De instrumentele waarde van het concept moet duidelijk zijn, wat heb je aan het product? De boodschap moet ook een bepaalde belofte (propositie) hebben -> voordelen voor de klant.

1.4 Crossmediaal denken
Crossmedia werkt in twee richtingen -> top-down aangestuurd door producenten -> consumenten gedreven bottom-up. Consumenten participeren steeds meer in her mediaproces, bijv. op weblogs. Dat crossmediaal denken kan ervoor zorgen dat de producent gehoor geeft aan de behoefte van de consument. Zo kunnen ze samen een nieuw idee genereren en bestaande diensten verbeteren.
De interactieve consument. Je kunt stellen: de oude consumenten zijn passief, de jonge consument is interactief en participerend. Voor bedrijven kan dit verwarrend zij men weet niet meer welke kant men op moet. Het biedt wel nieuwe kansen, maar brengt ook risico’s met zich mee. Henry Jenkins 3 manieren om info over te brengen -> uitbreiding (potentiële markt aanboren en vergroten door over verschillend e media te verspreiden), synergie (economische kansen verbeteren door verschillende media vormen te beheersen) en franchise (het nieuwe content goed en duidelijk in de markt zetten). Veel bedrijven begrijpen dat in het nieuwe medialandschap de relatie tussen producent en consument is veranderd. Signaleer behoefte en speel daar op in. Case: Serious Request.

Cashmira Hoogenraad
09021647
Co2-a

maandag 20 september 2010

Welkom!

Dit is de blog van:
Amal Elouali 09011277
Cashmira Hoogenraad 09021647
Marloes...
....