dinsdag 5 oktober 2010

Hoofdstuk 4 Amal Elouali

Samenvatting hfst 4 Sociale media

De Consument centraal

Een van de belangrijkste kenmerken van het nieuwe mediatijdperk is dat de consument centraal staat. De consument krijt steeds meer en participerende, dominante rol. Wanneer je een strategie gaat ontwikkelen is het belangrijk dat je precies weet wat de doelroep beweegt en wat deze met media doet. Op basis hiervan kun je bepalen welke media je inzet en op welk moment je dit doet.



Participatiecultuur

De mens speelt ook een actievere ril in de omringende cultuur: participatiecultuur, waarin mensen interactief deelnemen aan allerlei activiteiten.

Theorie (Jenkins) Participatiecultuur: Gaat uit van het vervagen van de grenzen tussen productie en consumptie en het veranderen van de machtsverhoudingen tussen producent en consument.

Filosoof onderscheidt drie kenmerken van de mate van participatie:

Interpretatie: Wisdom of Crowds

Reconfiguratie: user generated content

Constructie: cocreatie

Interpretatie: wordt bedoeld dat het publiek actief betrokken is bij de betekenisbepaling van cultuuruiting. Dit wil zegen dat een bepaald concept met bepaalde doelen door het publiek anders geïnterpreteerd kan worden dan oorspronkelijk bedoeld was.

Reconfiguratie: Gebruiker heeft de mogelijkheid om een bepaalde omgeving op actieve wijze te geven of te configureren door te selecteren uit keuzemogelijkheden.

Constructie: Toevoegen van nieuwe elementen, nieuwe applicaties te maken of bestaande applicaties te remixen (modificeren).

Invloed van media:

Met een goede strategie kun je als producent een –op -eencontact krijgen met je doelgroep. Door de komst van social media is het mogelijk een andere aanpak te gebruiken. Het surfgedrag op sociale netwerken is voor vele gebruikers een manier van ontspanning, en contact met gelijkgestemden belangrijk zijn. Het is voor het ontwikkelen van je strategie dus interessant om die plekken te zoeken waar je doelgroep zicht al bevindt.

Generatie C

Binnen de participatiecultuur wordt de consument aangeduid met de term ‘Generatie C’, dit is een groep mensen die, ongeacht leeftijd, informatie op het internet beschikbaar stellen en privacy nauwelijks belangrijk vinden. Tot de Generatie C behoren vooral ambassadeurs/envangelisten van de participatiecultuur: ze zijn veelal jong.

Sociale Media:

Sociale media verwijst naar de term: integratie, technologie met sociale interactie met behulp van woorden, (bewegend) beeld en geluid. Dit zal de enige manier zijn om in contact te komen met de consument. Voorbeelden van Sociale Media: Facebook, Flickr, wiki’s, Twitter en YouTube. Sleutelwoorden sociale media: ‘samenwerken’ en informatie delen. Aan een onderwerp wordt steeds meer betekenis toegevoegd door sociale media.

Eigenschappen nieuwe media:

- Multimedialiteit

- Virtualiteit

- Interactiviteit

- Connectiviteit

- Intermedialiteit

Intermedialiteit: bepaalde wisselwerking van sociale media

Multimediliteit: Combinatie van woord, beeld en geluid. Digitale verschijningswoorden van oude media zoals drukwerk, radio en televisie.

Virtualiteit: Sociale media stimuleert ook virtuele werelden. Als iets in het echt niet bestaat mar het lijkt alsof het wel bestaat. Denkbeeldige wereld creëren die schijnbaar zijn.

Interactiviteit: De mate waarin gebruikers á la minute kunnen meewerken aan het veranderen van de vorm en inhoud van een door een tussenpersoon gestuurde omgeving. Het is dus de mate waarin de consument controle heeft over de informatie- en communicatiestromen.

Connectiviteit: Dit houdt in dat de verschillende mediagebruikers en hun technologische hulpmiddelen met elkaar verbonden zijn.

Sociale netwerken

Sociale netwerk sites zijn sites die gebruikmaken van inhoud die door gebruikers wordt aangeleverd (user generated content). Bij welke site iemand zich aanmeldt, is grotendeels afhankelijk van sociale factoren, zoals levensfase, hobby’s of altruïstische factoren. Om deze reden zijn dergelijke sites interessant voor adverteerders, omdat ze dankzij deze gemeenschappelijke interessepatronen gemakkelijk potentiële doelgroepen kunnen vinden.

Cocreatie online

Online samenwerken.

Weblogs:

Weblogs of blogs zijn sites waarop door zogeheten bloggers regelmatig nieuwe berichten worden gepubliceerd waarop mensen vervolgens weer kunnen reageren en waarbij nieuwste bericht bovenaan staat. Technisch gezien verschillen weblogs niet van andere websites op het internet. Over het algemeen heeft ieder weblog een vast publiek, variërend van enkele geïnteresseerde familieleden tot tienduizend bezoekers per dag.

Factoren van populariteit van blogs:

- Gratis.

- Eenvoudig vindbaar via zoekmachines.

- Het biedt een podium aan iedereen, die niet via de massa media wordt gehoord.

- Je kunt op elk gewenst moment je content veranderen.

- Laatste nieuws oppakken en meteen doorvertalen naar verhalen met eigen invalshoeken in je eigen blog

- Zorgt voor een gemeenschapsgevoel, bezoekers krijgen er onverbloemd de waarheid te horen over een onderwerp.





- Weblogs revolutie in massacommunicatie, nu kunnen communicatieprofessionals beter naar hun publiek luisteren

- Virale marketing: bedrijven beginnen een weblog zonder te zeggen dat zij er achter zitten.

- Mash-up: m.b.t het internet verwijst de term naar een website die informatie en diensten van twee of meer externe databronnen haalt en deze met elkaar combineert.

- Er zijn verschillende theorieën waarom mensen willen meedoen aan een sociaal netwerk: er worden principes onderscheiden: doel, identiteit, reputatie, beleid, communicatie, groepsvorming, omgeving, grenzen, vertrouwen, uitwisseling, uitdrukking, geschiedenis. Deze zijn gericht op digitale gemeenschappen uit het begin van deze eeuw, is het ook belangrijk voor social media nu.

Webgeneraties:



- Web 1.0: eenrichtingsverkeer

- Web 2.0: tweerichtingsverkeer

- Web 3.0: database, alles kan worden teruggevonden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten